Zorg, avond- en vakantiediensten om wachtlijsten te verkorten. Gemmato zei tegen Affari: "Het model van Piëmont zou landelijk moeten worden ingevoerd."

Ondersecretaris, de complexe puzzel van de Amerikaanse tarieven, die zelfs een cruciale economische sector als de farmaceutische industrie ernstig dreigen te treffen, lijkt nog niet opgelost. Wat denkt u dat de overheid hieraan doet?
We wachten de ontwikkelingen in de onderhandelingen af, want zoals vaak is benadrukt, is een handelsoorlog in het voordeel van niemand. We hebben het over een strategische sector, de farmaceutische sector, die direct van invloed is op de gezondheid van burgers en de economie van ons land, maar ook op de gezondheid van Amerikanen zelf, die bij een blokkade van de import uit de EU het risico lopen op mogelijke tekorten aan medicijnen. De regering van Meloni werkt samen met de Europese Commissie aan een gezamenlijke oplossing die onze bedrijven en banen beschermt en ervoor zorgt dat Italië een leidende rol blijft spelen in de internationale dialoog. Onze aanpak is vastberaden, maar open voor dialoog; we willen elk destabiliserend scenario vermijden en Made in Italy-producten en de gezondheid van Italianen beschermen.
Als ik dieper inga op uw werk bij het ministerie, dan is een actueel thema dat van medisch en paramedisch personeel. Het tekort aan medisch en paramedisch personeel vormt al jaren een ernstig probleem voor de volksgezondheid. Wat doet de overheid om dit probleem op te lossen?
Het tekort aan medisch en zorgpersoneel is een van de ernstigste problemen uit het verleden, veroorzaakt door een gebrekkige planning van de personeelsbehoefte. De regering van Meloni heeft ervoor gekozen dit aan te pakken met structurele hervormingen: ik denk aan de gewijzigde toelatingsprocedures voor de medische opleiding, die niet langer een toelatingsexamen vereisen, maar een overgangssemester. Of, nogmaals, de verbetering van specialisatiebeurzen, met name voor minder aantrekkelijke medische vakgebieden en, voor het eerst, ook voor niet-medische specialismen.
We erkennen dat de openbare gezondheidszorg een aantrekkelijke omgeving moet zijn, zowel menselijk als professioneel. Daarom investeren we in training, planning en concrete erkenning van de waarde van zorgmedewerkers, zowel medisch als niet-medisch, en beschermen we hun professionele praktijk door veiligheid te garanderen en sancties te treffen voor degenen die een witte jas aanvallen. We richten ons ook op bijzonder kritieke gebieden zoals spoedeisende hulp, een cruciale specialisatie die onaantrekkelijk is vanwege de veeleisende omstandigheden. Ook hier is een verandering nodig en we werken eraan om deze rollen duurzamer en waardevoller te maken, met gerichte incentives en trainingsprogramma's die beter aansluiten op de werkelijke behoeften van degenen die aan de frontlinie staan. Dit alles maakt deel uit van een bredere strategie: de gezondheidszorg heroverwegen, niet alleen voor burgers, maar ook voor degenen die er dagelijks in werken.
Het personeelstekort draagt bij aan de wachtlijst. De regio Piëmont pakt dit probleem aan door bezoekdiensten in te voeren in de avonduren en op feestdagen, met aanzienlijke deelname van medisch en paramedisch personeel. Dit zou ook landelijk kunnen worden ingevoerd. Denkt u dat de ondertekening van de voorlopige overeenkomst voor de verlenging van de Nationale Cao voor de zorgsector voor de periode van drie jaar (2022-2024) eindelijk verandering kan brengen?
Ik ben van mening dat de ondertekening van de voorlopige overeenkomst voor de verlenging van de Nationale Cao voor de Zorgsector voor 2022-2024 een concrete en belangrijke eerste stap is om veranderingen teweeg te brengen. We weten dat het terugdringen van wachtlijsten uiteraard ook afhangt van voldoende aanbod van medisch en zorgpersoneel, dus er is op meerdere fronten actie nodig.
De gemiddelde maandelijkse verhoging van 172 euro, de nieuwe beschermingen en de ruimere carrièremogelijkheden die de overeenkomst biedt, zijn er juist op gericht om de openbare gezondheidszorg aantrekkelijker en duurzamer te maken en om de waardigheid en motivatie te herstellen van degenen die elke dag zorgen voor het functioneren van onze Nationale Gezondheidszorg.
Ervaringen zoals die van de regio Piëmont, waar met actieve medewerking van zorgprofessionals avond- en vakantiediensten werden ingevoerd om wachtlijsten te verkorten, tonen aan dat met de juiste erkenning en een goede organisatie effectieve resultaten kunnen worden behaald. Dit model kan en moet ook op nationaal niveau worden overwogen, als onderdeel van de bredere strategie die we hebben besproken: het heroverwegen van de gezondheidszorg, niet alleen voor burgers, maar ook voor degenen die er werken. Het is ook een duidelijk bewijs dat het Schillaci-decreet over wachtlijsten werkt, zoals blijkt uit andere regio's die de afgelopen maanden de achterstand in de zorgverlening aanzienlijk hebben teruggedrongen.
Deze situatie wordt steeds tragischer in sommige bijzonder achtergestelde regio's, met name in het zuiden. Doet de overheid iets om deze verschillen aan te pakken en het fenomeen van zogenaamd gezondheidstoerisme terug te dringen?
Regionale verschillen, met name tussen Noord en Zuid, vormen een open wond voor onze Nationale Gezondheidszorg, en zogenaamd gezondheidstoerisme is een direct gevolg. We willen deze kloof dichten door ervoor te zorgen dat alle burgers hetzelfde recht op gezondheidszorg hebben, ongeacht hun regio. Gegevens tonen een lichte daling in de mobiliteit in de zorg voor laagcomplexe ingrepen, maar een sterkere stijging voor hoogcomplexe ingrepen. Als zuiderling wil ik echter benadrukken dat er in het Zuiden veel expertisecentra zijn en dat het belangrijk is om synergetisch te netwerken, waarbij ook de mogelijkheden van digitale gezondheidszorg worden benut.
Wat lage complexiteit betreft, richten we ons onder andere op de serviceapotheek. Deze biedt concrete ondersteuning, vooral in afgelegen en achtergestelde gebieden. Dankzij dit wijdverspreide netwerk hebben zelfs kleine steden of gebieden in het binnenland toegang tot basisdiagnostische diensten, zoals tests en screenings, zonder dat ze naar een ziekenhuis of grote centra hoeven te reizen. Het is een vorm van gemeenschapszorg die helpt ongelijkheden te verminderen en verslechtering van de klinische omstandigheden te voorkomen. Uiteraard vereist het overwinnen van regionale ongelijkheden ook structurele investeringen, nieuwe aanwervingen, digitalisering, personeelsopleiding en versterking van de gemeenschapszorg. De serviceapotheek maakt deel uit van deze bredere visie: de gezondheidszorg dichter bij de burgers brengen, waar ze ook zijn.
Denkt u niet dat digitalisering en de inzet van kunstmatige intelligentie, zoals de regio Piëmont momenteel doet, hierbij en voor het hele nationale zorgstelsel een oplossing kunnen bieden, waardoor de wachttijden aanzienlijk zouden kunnen worden verkort?
Absoluut. Ik geloof dat digitalisering en kunstmatige intelligentie een aanzienlijke bijdrage kunnen leveren aan het verbeteren van de efficiëntie van de National Health Service, met name wat betreft wachtlijsten, die nog steeds een van de meest urgente zorgen onder burgers vormen. De overheid heeft concrete maatregelen genomen om dit aan te pakken. Het Nationaal Wachtlijstplatform is volledig actief op de Agenas-website, een tool die gecentraliseerde en transparante monitoring van wachttijden voor zorg mogelijk maakt, met bijzondere aandacht voor prioriteitsklassen. Dit is een fundamentele stap naar effectievere interventie waar de kritieke problemen het grootst zijn. Het gebruik van kunstmatige intelligentie bij het beheren van planningen en boekingen kan helpen de wachttijden te verkorten en het gebruik van beschikbare middelen te optimaliseren, ten gunste van de burgers. Maar onze inzet voor een modern, meer gelokaliseerd zorgsysteem vereist ook structurele investeringen. Met het PNRR hebben we € 500 miljoen toegewezen aan telegeneeskunde en bouwen we aan een digitaal ecosysteem met tools zoals het nieuwe elektronisch patiëntendossier, het Nationaal Telegeneeskundeplatform en het Gezondheidsdata-ecosysteem. Deze interventies kunnen, mits goed gecoördineerd, de verbinding tussen burgers, artsen en de lokale gemeenschap versterken, met name in de meest kwetsbare gebieden van het land. Innovatie gaat niet alleen over het introduceren van nieuwe technologieën of hulpmiddelen. Het gaat ook om het weten hoe je de bestaande technologieën of hulpmiddelen optimaal kunt benutten. Hierbij ligt de focus op het bereiken van een toegankelijkere en duurzamere gezondheidszorg.
En dan moeten we zeker de lokale gezondheidszorg versterken. Onderneemt de overheid actie op dit vlak?
Het versterken van de gezondheidszorg in de gemeenschap is zonder twijfel een topprioriteit voor de regering van Meloni, omdat dit betekent dat de gezondheidszorg dichter bij de burgers komt, met name in de meest kwetsbare gebieden. Mede dankzij de middelen van PNRR zijn we begonnen met meer dan 90% van de geplande bouwwerkzaamheden voor gemeenschapshuizen en gemeenschapsziekenhuizen, met als doel deze in juni 2026 af te ronden. Dit zijn belangrijke zorginstellingen in de gemeenschap, waar eerstelijnszorgprofessionals worden ingezet, met het oog op geïntegreerde zorg die de druk op de spoedeisende hulp verlicht en ervoor zorgt dat patiënten een effectievere en georganiseerde eerstelijnstoegang hebben. Ook de investeringen in de territoriale operationele centra, die de diensten in de regio coördineren en de patiëntenzorg faciliteren, met name voor kwetsbare en chronisch zieke patiënten, zijn afgerond.
Een andere belangrijke stap betreft thuiszorg: we hebben de financiering met € 250 miljoen verhoogd en bereiken daarmee meer dan 8% van de 65-plussers die nu thuis worden verzorgd, met meer dan 400.000 patiënten meer dan voorheen. Het doel is om in 2026 10% te bereiken.
Dankzij haar zullen intussen de levens van vele katten gered worden, nu het medicijn remdesivir is goedgekeurd voor de behandeling van FIP bij katten. Een grote opluchting voor de ongeveer 8 miljoen katteneigenaren in Italië.
Op 20 mei vorig jaar heb ik een specifieke toezegging gedaan: remdesivir ook beschikbaar maken voor veterinair gebruik, voor de behandeling van Feline Infectieuze Peritonitis (FIP), een virusziekte die helaas bijna altijd dodelijk is voor katten. Op 6 juni werd die toezegging werkelijkheid: ik ondertekende de circulaire die, bij wijze van uitzondering, het gebruik van remdesivir – het actieve bestanddeel van Veklury voor menselijk gebruik – officieel ook voor veterinair gebruik toestaat, meer dan een jaar eerder dan de Europese regelgeving die dit pas in 2026 zal toestaan. Dit is een concrete doorbraak, waar miljoenen gezinnen, dierenartsen en vrijwilligers in heel Italië al jaren op wachten: we hebben het over ongeveer 7 miljoen gezinnen die een kat huisvesten. Tot nu toe was er geen goedgekeurde behandeling in Italië. Dankzij gezamenlijke inspanningen zijn we er in slechts een paar dagen in geslaagd een impasse te doorbreken die al veel te lang had geduurd. We konden niet wachten: als er een behandeling is die een verschil kan maken, is actie nodig. En dat hebben we gedaan.
Hoe reageert u op mensen zoals de minister van de Democratische Partij die u ervan beschuldigen de uitgaven voor gezondheidszorg te hebben verlaagd, terwijl de cijfers in werkelijkheid een ander resultaat laten zien?
De waarheid is dat de regering-Meloni van gezondheidszorg een concrete prioriteit heeft gemaakt en woorden in cijfers heeft vertaald: het Nationaal Fonds voor de Gezondheidszorg is gestegen tot ongekende hoogten, van € 128,7 miljard in 2023 naar € 134 miljard in 2024, en naar verwachting € 141,3 miljard voor 2027. Ik herinner me dat het fonds in 2019, vóór de pandemie, ongeveer € 114,5 miljard bedroeg. Het is moeilijk om over bezuinigingen te praten met deze cijfers in het zicht. En we zijn niet gestopt bij het simpelweg toewijzen van meer middelen: we hebben een van de meest urgente problemen waarmee burgers worden geconfronteerd – wachtlijsten – aangepakt met een decreet dat, na jaren van inactiviteit, concrete antwoorden biedt. We hebben het contract voor medisch management verlengd met meer dan € 2,3 miljard in 2024.
Kortom, het gaat niet om bezuinigingen of onderbestedingen, maar om een serieus plan dat de bestaande middelen verstandig investeert, iets wat blijkbaar niet iedereen kan waarmaken. Naast meer financiële middelen moeten we ons echter richten op nieuwe organisatiemodellen die beter aansluiten bij de huidige sociaal-demografische omstandigheden en de bijbehorende zorgbehoeften, die sinds 1978, het jaar waarin onze National Health Service werd opgericht – die, als ik me goed herinner, nog steeds de vierde plaats ter wereld inneemt – ingrijpend zijn veranderd.
Affari Italiani